We zaten samen, mijn cliënt en ik… en we staarden in het vlammetje tussen ons. Zij was zo gewend te spreken voor groepen, zij kende het pad en toch….
Een traan rolde over haar wangen en ik begreep zo goed haar pijn, eenvoudig omdat ik die zo herken….
“Ik voel me zo gefaald” zo sprak ze, “alsof het allemaal niet klopt.”
“Ik geloofde…. Ik had me voorbereid… niet de woorden, maar de connectie met wie ik werkelijk ben zodat mijn woorden van daaruit zouden stromen. Maar die stem in mijn hoofd die als een donderslag steeds opnieuw door me raasde dat het allemaal onzin is waar niemand iets aan heeft, nam zo de bovenhand. Ik voerde een strijd tussen geloof en onmacht en toch bracht ik daarin mijn woorden vanuit de ziel naar voren.”
Het werd stil tussen ons en beiden vertoefden we in landen van onmacht en niet begrijpen.
Ik keek op en zag een vogel voorbij komen gevlogen en opnieuw….
En ik keek haar aan en richtte haar aandacht naar het ijverige dier. In de koude winterlucht maakte het de eerste voorbereidingen voor zijn nieuwe nest.
Ik weet niet wat er door haar geest speelde, maar zo na een tijdje vroeg ik haar vanuit mijn bedachtzame geest: “Heb jij enig idee wat het hem kostte om zijn eerst vlucht aan te gaan?”
Beiden zonken we in die ervaring…
En dan ontstond een glimlach rondom haar eerst zo droevige mond.
“Ik moet moedig zijn” zo sprak ze “en ik eer de dwaling en ook het proces. Het is gewoon tijd om te leren en ja, ik wandel verder en ik zal duiken, elke keer opnieuw!”
In liefde verbonden,
Griet.